🔍
    sense 1v
    sense 2v
    rilucere - verbo difettivo
    Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

    In qualunque parte noi andremo, troveremo... le stelle ugualmente rilucere in ogni luogo. (Boccaccio)
    rilucere :
    ri||ce|re : (accento grave)

    indicativo rilucere. Aantonende wijs van het werkwoord rilucere


    Tempo semplice

    rilucere presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei riluce
    🔊
    noi -
    voi -
    loro rilucono
    🔊
    Tempo semplice

    rilucere imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei riluceva
    🔊
    noi -
    voi -
    loro rilucevano
    🔊

    Tempo semplice

    rilucere futuro semplice

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei rilucerà
    🔊
    noi -
    voi -
    loro riluceranno
    🔊
    Tempo semplice

    rilucere passato remoto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    rilucere futuro anteriore

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    rilucere passato prossimo

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    rilucere trapassato prossimo

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    rilucere trapassato remoto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    congiuntivo rilucere. Aanvoegende wijs van het werkwoord rilucere


    Tempo semplice

    rilucere congiuntivo presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei riluca
    🔊
    noi -
    voi -
    loro rilucano
    🔊
    Tempo semplice

    rilucere congiuntivo imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei rilucesse
    🔊
    noi -
    voi -
    loro rilucessero
    🔊

    Tempo composto

    rilucere congiuntivo passato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    rilucere congiuntivo trapassato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    condizionale rilucere. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord rilucere


    Tempo semplice

    rilucere condizionale presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei rilucerebbe
    🔊
    noi -
    voi -
    loro rilucerebbero
    🔊
    Tempo composto

    rilucere condizionale passato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    imperativo rilucere. Gebiedende wijs van het werkwoord rilucere


    rilucere imperativo

    tu -
    noi -
    voi -

    rilucere congiuntivo esortativo

    Lei riluca
    🔊
    Che lui/lei riluca
    🔊
    Che loro rilucano
    🔊

    Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

    Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
    Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
    Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!