sense 2v
sense 1v
rifulgere - verbo difettivo
Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

D’una radice nacqui e io ed ella: Cunizza fui chiamata, e qui refulgo perché mi vinse il lume d’esta stella. (Dante)
rifulgere : schitteren, oplichten
ri|fùl|ge|re : (accento grave)

indicativo rifulgere. Aantonende wijs van het werkwoord rifulgere


Tempo semplice

rifulgere presente

io rifulgo
🔊
tu rifulgi
🔊
lui/lei/Lei rifulge
🔊
noi rifulgiamo
🔊
voi rifulgete
🔊
loro rifulgono
🔊
Tempo semplice

rifulgere imperfetto

io rifulgevo
🔊
tu rifulgevi
🔊
lui/lei/Lei rifulgeva
🔊
noi rifulgevamo
🔊
voi rifulgevate
🔊
loro rifulgevano
🔊

Tempo semplice

rifulgere futuro semplice

io rifulgerò
🔊
tu rifulgerai
🔊
lui/lei/Lei rifulgerà
🔊
noi rifulgeremo
🔊
voi rifulgerete
🔊
loro rifulgeranno
🔊
Tempo semplice

rifulgere passato remoto

io rifulsi
🔊
tu rifulgesti
🔊
lui/lei/Lei rifulse
🔊
noi rifulgemmo
🔊
voi rifulgeste
🔊
loro rifulsero
🔊

Tempo composto

rifulgere futuro anteriore

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

rifulgere passato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

Tempo composto

rifulgere trapassato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

rifulgere trapassato remoto

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

congiuntivo rifulgere. Aanvoegende wijs van het werkwoord rifulgere


Tempo semplice

rifulgere congiuntivo presente

io rifulga
🔊
tu rifulga
🔊
lui/lei/Lei rifulga
🔊
noi rifulgiamo
🔊
voi rifulgiate
🔊
loro rifulgano
🔊
Tempo semplice

rifulgere congiuntivo imperfetto

io rifulgessi
🔊
tu rifulgessi
🔊
lui/lei/Lei rifulgesse
🔊
noi rifulgessimo
🔊
voi rifulgeste
🔊
loro rifulgessero
🔊

Tempo composto

rifulgere congiuntivo passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

rifulgere congiuntivo trapassato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

condizionale rifulgere. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord rifulgere


Tempo semplice

rifulgere condizionale presente

io rifulgerei
🔊
tu rifulgeresti
🔊
lui/lei/Lei rifulgerebbe
🔊
noi rifulgeremmo
🔊
voi rifulgereste
🔊
loro rifulgerebbero
🔊
Tempo composto

rifulgere condizionale passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

imperativo rifulgere. Gebiedende wijs van het werkwoord rifulgere


rifulgere imperativo

tu rifulgi
🔊
noi rifulgiamo
🔊
voi rifulgete
🔊

rifulgere congiuntivo esortativo

Lei rifulga
🔊
Che lui/lei rifulga
🔊
Che loro rifulgano
🔊

Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!