🔍
    sense 1v
    sense 2v
    ire - verbo difettivo
    Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

    Era ito alla guerra con grande coraggio. (Dante Alighieri, Divina Commedia)
    ire :
    ì|re : (accento grave)

    indicativo ire. Aantonende wijs van het werkwoord ire


    Tempo semplice

    ire presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    ire imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo semplice

    ire futuro semplice

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    ire passato remoto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    ire futuro anteriore

    io sarò ito(a)
    🔊
    tu sarai ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei sarà ito(a)
    🔊
    noi saremo iti(e)
    🔊
    voi sarete iti(e)
    🔊
    loro saranno iti(e)
    🔊
    Tempo composto

    ire passato prossimo

    io sono ito(a)
    🔊
    tu sei ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei è ito(a)
    🔊
    noi siamo iti(e)
    🔊
    voi siete iti(e)
    🔊
    loro sono iti(e)
    🔊

    Tempo composto

    ire trapassato prossimo

    io ero ito(a)
    🔊
    tu eri ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei era ito(a)
    🔊
    noi eravamo iti(e)
    🔊
    voi eravate iti(e)
    🔊
    loro erano iti(e)
    🔊
    Tempo composto

    ire trapassato remoto

    io fui ito(a)
    🔊
    tu fosti ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei fu ito(a)
    🔊
    noi fummo iti(e)
    🔊
    voi foste iti(e)
    🔊
    loro furono iti(e)
    🔊

    congiuntivo ire. Aanvoegende wijs van het werkwoord ire


    Tempo semplice

    ire congiuntivo presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    ire congiuntivo imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    ire congiuntivo passato

    io sia ito(a)
    🔊
    tu sia ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei sia ito(a)
    🔊
    noi siamo iti(e)
    🔊
    voi siate iti(e)
    🔊
    loro siano iti(e)
    🔊
    Tempo composto

    ire congiuntivo trapassato

    io fossi ito(a)
    🔊
    tu fossi ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei fosse ito(a)
    🔊
    noi fossimo iti(e)
    🔊
    voi foste iti(e)
    🔊
    loro fossero iti(e)
    🔊

    condizionale ire. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord ire


    Tempo semplice

    ire condizionale presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei -
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    ire condizionale passato

    io sarei ito(a)
    🔊
    tu saresti ito(a)
    🔊
    lui/lei/Lei sarebbe ito(a)
    🔊
    noi saremmo iti(e)
    🔊
    voi sareste iti(e)
    🔊
    loro sarebbero iti(e)
    🔊

    imperativo ire. Gebiedende wijs van het werkwoord ire


    ire imperativo

    tu -
    noi -
    voi -

    ire congiuntivo esortativo

    Lei -
    Che lui/lei -
    Che loro -

    Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

    Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
    Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
    Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!