🔍
    sense 1v
    sense 2v
    constare - verbo difettivo
    Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

    È constato dagli atti ufficiali che la decisione è irrevocabile.
    constare :
    con|stà|re : (accento grave)

    indicativo constare. Aantonende wijs van het werkwoord constare


    Tempo semplice

    constare presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei consta
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    constare imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei constava
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo semplice

    constare futuro semplice

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei consterà
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    constare passato remoto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei constò
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    constare futuro anteriore

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei sarà constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    constare passato prossimo

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei è constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    constare trapassato prossimo

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei era constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    constare trapassato remoto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei fu constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    congiuntivo constare. Aanvoegende wijs van het werkwoord constare


    Tempo semplice

    constare congiuntivo presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei consti
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo semplice

    constare congiuntivo imperfetto

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei constasse
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    Tempo composto

    constare congiuntivo passato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei sia constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    constare congiuntivo trapassato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei fosse constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    condizionale constare. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord constare


    Tempo semplice

    constare condizionale presente

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei consterebbe
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -
    Tempo composto

    constare condizionale passato

    io -
    tu -
    lui/lei/Lei sarebbe constato(a)
    🔊
    noi -
    voi -
    loro -

    imperativo constare. Gebiedende wijs van het werkwoord constare


    constare imperativo

    tu -
    noi -
    voi -

    constare congiuntivo esortativo

    Lei consti
    🔊
    Che lui/lei consti
    🔊
    Che loro -

    Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

    Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
    Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
    Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!