sense 2v
sense 1v
competere - verbo difettivo
Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

Lui compete sempre con gli altri. (Italo Calvino, Le città invisibili)
competere : concurreren
com||te|re : (accento grave)

indicativo competere. Aantonende wijs van het werkwoord competere


Tempo semplice

competere presente

io competo
🔊
tu competi
🔊
lui/lei/Lei compete
🔊
noi competiamo
🔊
voi competete
🔊
loro competono
🔊
Tempo semplice

competere imperfetto

io competevo
🔊
tu competevi
🔊
lui/lei/Lei competeva
🔊
noi competevamo
🔊
voi competevate
🔊
loro competevano
🔊

Tempo semplice

competere futuro semplice

io competerò
🔊
tu competerai
🔊
lui/lei/Lei competerà
🔊
noi competeremo
🔊
voi competerete
🔊
loro competeranno
🔊
Tempo semplice

competere passato remoto

io competei
🔊
tu competesti
🔊
lui/lei/Lei competé
🔊
noi competemmo
🔊
voi competeste
🔊
loro competerono
🔊

Tempo composto

competere futuro anteriore

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

competere passato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

Tempo composto

competere trapassato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

competere trapassato remoto

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

congiuntivo competere. Aanvoegende wijs van het werkwoord competere


Tempo semplice

competere congiuntivo presente

io competa
🔊
tu competa
🔊
lui/lei/Lei competa
🔊
noi competiamo
🔊
voi competiate
🔊
loro competano
🔊
Tempo semplice

competere congiuntivo imperfetto

io competessi
🔊
tu competessi
🔊
lui/lei/Lei competesse
🔊
noi competessimo
🔊
voi competeste
🔊
loro competessero
🔊

Tempo composto

competere congiuntivo passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

competere congiuntivo trapassato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

condizionale competere. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord competere


Tempo semplice

competere condizionale presente

io competerei
🔊
tu competeresti
🔊
lui/lei/Lei competerebbe
🔊
noi competeremmo
🔊
voi competereste
🔊
loro competerebbero
🔊
Tempo composto

competere condizionale passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

imperativo competere. Gebiedende wijs van het werkwoord competere


competere imperativo

tu competi
🔊
noi competiamo
🔊
voi competete
🔊

competere congiuntivo esortativo

Lei competa
🔊
Che lui/lei competa
🔊
Che loro competano
🔊

Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!