sense 2v
sense 1v
affarsi - verbo difettivo
Defectieve werkwoorden in het Italiaans zijn werkwoorden die niet beschikken over een volledige reeks vormen en tijden, in tegenstelling tot de meeste andere werkwoorden. Deze werkwoorden worden meestal gebruikt om natuurlijke verschijnselen, toestanden of verschijningen te beschrijven, zoals "tralucere" of "cernere". Ze missen simpelweg bepaalde vormen die nooit in de taal zijn ontwikkeld of in de loop der tijd verloren zijn gegaan, en worden daarom niet gebruikt.

L'accaduto si era affarsi come un fatto inevitabile. (Giuseppe Parini, Il Giorno)
affarsi : zich bezighouden, ophouden zich
af|fàr|si : (accento grave)

indicativo affarsi. Aantonende wijs van het werkwoord affarsi


Tempo semplice

affarsi presente

io -
tu -
lui/lei/Lei si affà
🔊
noi -
voi -
loro -
Tempo semplice

affarsi imperfetto

io -
tu -
lui/lei/Lei si affaceva
🔊
noi -
voi -
loro -

Tempo semplice

affarsi futuro semplice

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo semplice

affarsi passato remoto

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

Tempo composto

affarsi futuro anteriore

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

affarsi passato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

Tempo composto

affarsi trapassato prossimo

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

affarsi trapassato remoto

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

congiuntivo affarsi. Aanvoegende wijs van het werkwoord affarsi


Tempo semplice

affarsi congiuntivo presente

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo semplice

affarsi congiuntivo imperfetto

io -
tu -
lui/lei/Lei si affacesse
🔊
noi -
voi -
loro -

Tempo composto

affarsi congiuntivo passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

affarsi congiuntivo trapassato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

condizionale affarsi. Voorwaardelijke wijs van het werkwoord affarsi


Tempo semplice

affarsi condizionale presente

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -
Tempo composto

affarsi condizionale passato

io -
tu -
lui/lei/Lei -
noi -
voi -
loro -

imperativo affarsi. Gebiedende wijs van het werkwoord affarsi


affarsi imperativo

tu -
noi -
voi -

affarsi congiuntivo esortativo

Lei -
Che lui/lei -
Che loro -

Dit is waarom het essentieel is onze vervoegingstrainer te gebruiken om Italiaans te leren!

Werkwoordsvervoeging is een van de lastigste onderdelen van de Italiaanse taal, en het beheersen ervan vergt regelmatige oefening.
Met onze interactieve tool kun je op een leuke en persoonlijke manier oefenen, waarbij je zowel de meest gebruikte werkwoorden als de wat moeilijkere onder de knie krijgt. Onze trainer helpt je om je nauwkeurigheid en snelheid te verbeteren, zodat je communicatie vloeiender verloopt.
Of je nu een beginner bent of al verder gevorderd, onze vervoegingscoach helpt je je taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!